Op verzoek van NS heb ik een advies geschreven over forward facing CCTV op treinen: zogenaamde frontcamera’s. In mijn notitie behandel ik de juridische eisen en doe ik een voorstel voor de technische eisen, gebaseerd op de Britse standaarden voor dit type camera’s.
Gezien de investering die nodig is om alle treinen van camera’s te voorzien, moet duidelijk worden of de camera’s voldoende meerwaarde hebben. Daarom zocht ik naar antwoord op de volgende vragen:
- Of dit soort beelden in principe bruikbaar zijn om de politie te helpen sneller en beter tot een beoordeling te komen na aanrijdingen met personen;
- Of dit soort beelden als bewijsmateriaal kunnen worden beschouwd dat even zwaar ‘weegt’ als een getuigenverklaring; en
- Aan welke technische en juridische eisen het camerasysteem (hardware, software, verbindingen) moet voldoen.
Ik heb het advies besproken met een jurist en een officier van justitie om te toetsen of zij het eens waren met de conclusies over de waarde van beeldmateriaal voor onderzoek en als bewijsmiddel. De afsluiting was een presentatie van het advies aan vertegenwoordigers van politie, openbaar ministerie, NS, ProRail en forensische artsen.