Buitengewoon opsporingsambtenaren die persoonsgegevens verwerken moeten goed opletten. Een deel van de verwerking valt onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming. Voor opsporingsgegevens geldt echter de Wet politiegegevens. In maart 2019 is de Wet politiegegevens van toepassing verklaard op het werk van boa’s. Ik schreef er met Suzanne Franken een praktijkzakboek over.
Het boek staat vol met voorbeelden uit de praktijk. Daarnaast schrijven we over de nieuwe privacywetgeving in Europa, de ‘vertaling’ daarvan in Nederland en het verschil tussen toezicht en opsporing.
Wat je in elk geval moet weten is dat betrokkenen–de personen waarover je gegevens verwerkt–meer rechten hebben dan vroeger. Ook boa’s moeten die rechten respecteren. Dat betekent onder andere dat je een informatieplicht hebt: je moet mensen actief informeren dat je gegevens verwerkt. En mensen hebben recht op inzage: dat heeft nogal wat consequenties voor de inrichting van je werkprocessen en databases. Maar die moesten toch al flink op de schop, want je moet in een register bijhouden welke verwerkingen je doet, gegevens oormerken en verstrekkingen aan anderen documenteren.
Dit praktijkboek is handig voor boa’s zelf, maar zeker ook voor de organisaties waar ze werken. Bestellen kan bij Uitgeverij Kerckebosch.